Spraakapraxie

Wat is Spraakapraxie?

Spraakapraxie, ook bekend als spraakapraxie of verbale apraxie, is een neurologische aandoening die het vermogen beïnvloedt om de bewegingen te plannen en uit te voeren die nodig zijn voor spraakproductie. Het wordt niet veroorzaakt door spierzwakte of verlamming, maar eerder door problemen bij het coördineren van de spierbewegingen die nodig zijn voor spraak.

Bij personen met spraakapraxie hebben de hersenen moeite met het verzenden van de juiste signalen naar de spieren die betrokken zijn bij spraak, wat leidt tot fouten in spraakklanken, lettergreepreeksen en woordformaties. Dit kan resulteren in spraak die langzaam, moeizaam en onnauwkeurig is. Mensen met spraakapraxie kunnen moeite hebben om specifieke geluiden, lettergrepen of woorden consistent te produceren, en hun spraak kan schokkerig of onverstaanbaar zijn.

Spraakapraxie kan optreden als een ontwikkelingsstoornis bij kinderen of als een verworven stoornis na hersenletsel of neurologische aandoeningen zoals een beroerte, traumatisch hersenletsel of degeneratieve ziekten.

De behandeling van spraakapraxie omvat vaak logopedie om de spraakplanning en -coördinatie te verbeteren, evenals technieken om een duidelijkere spraakproductie te vergemakkelijken. De therapie kan oefeningen omvatten om de mondspieren te versterken, oefenen met spraakklanken en -reeksen, en indien nodig het gebruik van ondersteunende en alternatieve communicatiemethoden. Vroegtijdige interventie en voortdurende therapie kunnen mensen met spraakapraxie helpen hun communicatieve vaardigheden en kwaliteit van leven te verbeteren.

Met welke problemen kun je terecht bij een logopedist?

Misschien herken je een van de problemen hieronder:

  • Je zoekt steeds naar de uitspraak van een woord dat in je hoofd zit. Het kunnen steeds andere woorden of klanken zijn die problemen geven.
  • Heb je ernstige spraakapraxie? Dan kun je soms helemaal niet meer praten.

Hoe kan een logopedist je helpen?

De logopedist onderzoekt eerst je spraak, verstaanbaarheid, en hoe je de spieren in je mond gebruikt. Ze stelt vast of je wel of niet spraakapraxie hebt.

Misschien verwijst ze je naar een specialist voor extra onderzoek. Daarna maken jullie samen een plan. De logopedist kan de volgende dingen voor je doen:

  • Therapie met muziek. Misschien komt hier ook een muziektherapeut bij.
  • Heb je veel last van spraakapraxie? Dan zoekt de logopedist met jou een andere oplossing. Bijvoorbeeld:
    • een gebarensysteem.
    • een app of een apparaat waarmee je kunt communiceren.
  • De logopedist adviseert mensen in je omgeving over hoe zij jou het best kunnen helpen met communiceren.

Iemand met spraakapraxie heeft moeite om complexe handelingen uit te voeren. In sommige gevallen kan een handeling wel geïmiteerd worden, maar niet op verzoek herhaald worden. Vaak lukt het beter als de handeling spontaan, zonder erbij na te denken, uitgevoerd wordt. Meestal slaagt iemand met apraxie er niet in om verkeerd uitgevoerde handelingen, of een verkeerde volgorde van handelingen, te corrigeren.

Bij een verbale apraxie kan het schema voor het programmeren van de spraak niet meer goed worden gebruikt. De spieren werken nog goed maar het aansturen van de spieren geeft problemen. De oorzaak van dit probleem is hersenletsel, zoals een beroerte, een trauma door een ongeluk of een hersentumor.

Het meest opvallende kenmerk bij verbale apraxie is het voortdurende zoeken naar de juiste articulatieplaats van klanken. Het zijn niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven. Vaak worstelt iemand om het juiste woord te kunnen produceren, merkt dat het mis gaat, worstelt opnieuw en kan op deze manier steeds verder van het bedoelde woord afraken.

De ernst van verbale apraxie kan variëren van helemaal niet meer kunnen spreken tot lichte articulatieproblemen die slechts zo nu en dan optreden. Verbale apraxie kan ‘geïsoleerd’ voorkomen, of samen met een afasie of een dysartrie.

Wat doet een logopedist?

De logopedist onderzoekt de spraak, de verstaanbaarheid en de mondmotoriek van de iemand met een mogelijke verbale apraxie en stelt een diagnose. Nader onderzoek door een medisch specialist kan nodig zijn.

In overleg met de cliënt stelt de logopedist een behandelplan op. Voor de behandeling van verbale apraxie bestaan diverse behandelmethoden. Soms wordt er therapie aangeboden met behulp van muziek (al dan niet in samenwerking met een muziektherapeut), om de spraak weer op gang te helpen. Bij een ernstige verbale apraxie wordt vaak zo snel mogelijk ook een alternatief communicatiemiddel gezocht, afhankelijk van de mogelijkheden van de patiënt. Voorlichting is een belangrijk onderdeel van de behandeling. De logopedist zal mensen in de omgeving van de patiënt adviezen geven over de beste manier om de communicatie (het spreken) te ondersteunen en te stimuleren.